Het recht op terugkeer
Leon de Winter
Samenvatting
Deel
I
Tel
Aviv 20 jaar eerder: april 2004
Bram
Mannheim is getrouwd met Rachel, een heel mooie vrouw die hij ontmoette omdat
ze
in
de verpleegkunde werkzaam was. Ze hebben net hun zoontje Bennie gekregen. Bram
krijgt
van
het hoofd van de universiteit van Princeton het aanbod om daar te komen werken.
Dat is
ten
eerste eervol en ten tweede kun je dan op een normale wijze wegkomen uit het
bedreigde
land.
Bram is een expert op het gebied van de geschiedenis van het Moderne Midden
Oosten.
Hij
houdt zich ook bezig met vredesvraagstukken om het conflict met de Palestijnen
op te
lossen.
Dat doet hij o.a met zijn collega Balin, die later in de roman nog een
belangrijke rol
zal
spelen.
Toch
kiest Bram ervoor om te blijven in Israël, maar omdat hij kort na zijn
weigering door
joodse
straatovervallers wordt lastig gevallen, neemt hij binnen een half uur een
ander besluit.
Hij
wil de uitnodiging nu wel aannemen. Rachel vindt het leuk dat ze weggaan naar
Amerika, maar Brams vader, Hartog Mannheim die ooit in Amerika werkte en aan de
universiteit de
Nobelprijs
voor scheikunde wist te bemachtigen, vindt dat minder geslaagd.
Princeton:
4 jaar later: augustus 2008
Bram
heeft zojuist Rachel naar het vliegveld gebracht, omdat ze haar vader in Tel
Aviv wil gaan bezoeken. Hij gaat met een aannemer Jim O” Connor afspraken maken
om hun zojuist aangekochte oude huis te laten opknappen. Terwijl Bram in
gesprek is met de aannemer loopt Bennie naar een risicovolle plaats waarvan hij
bijna dood kan vallen. Het is een zwart gat en wanneer Bennie erin kijkt, ziet
hij allemaal grote wormen die er helemaal niet zijn. Na dit incident verdwijnt
Bennie plotseling, terwijl Bram aan de telefoon is. Die dag het is 28 augustus
2008. Er is geen spoor meer van de kleine jongen en Bram wordt radeloos.
Santa
Monica, Californië, 2 jaar later, April 2010
Bram
Mannheim zwerft rond in Santa Monica: hij laat een pinpas zitten in een
automaat. Op die manier kan hij steeds ene bepaald bedrag pinnen. Maar er
gebeurt een ongeluk, waarbij een jonge vrouw aangereden wordt. Hij helpt het
kind waardoor het later de aanrijding overleeft. Bram Mannheim is in die
periode de gekte nabij: hij houdt zich op een vreemde wijze bezig met de
symbolische betekenis van de getallen. De grootvader van het geredde kindje wil
hem later bedanken (hij heeft o.a. de pinpas in bezit) maar Bram Mannheim zegt
dat hij niet zo heet. De invloed van de man Presser is echter groot en hij laat
aan het einde van dit deel Bram ophalen door zijn vader Hartog Mannheim.
Twee
jaar later: december 2012
Bram
is bezig met een mogelijk scenario voor de verdwijning van zijn zoon. Het is nu
vier jaar na de verdwijning en hij is ervan overtuigd dat zijn zoon vermoord is
door aannemer O ‘Connor die een verleden als pedofiel lijkt te hebben. Bram
besluit wraak te nemen en O ‘Connor voor een voldongen feit te stellen. Hij
dwingt hem een kluis te openen waarin waarschijnlijk dvd-materiaal ligt met
kinderporno en hij doodt de in zijn ogen dader van de kidnapping. Intussen
heeft Rachel hem verlaten en ze is getrouwd met een rijke industrieel in India.
Deel
II
Tel
Aviv, 12 jaar later, April 2024
We
keren terug naar tel Aviv. Bram rijdt als vrijwilliger bij de ambulance en hij
heeft zijn bureau met Ikki Peisman. Samen sporen ze vermiste kinderen op. Brams
vader lijdt aan een ernstige vorm van Alzheimer en hij kan nauwelijks meer
praten. Er wordt op hem gepast door ene Rita. Hierdoor kan Bram gewoon werken,
want zijn vader heeft totale verzorging nodig.
Op
een dag wordt er een aanslag gepleegd op de grenspost bij Jaffa. Bram is erbij
betrokken geraakt omdat hij dienst had op de ambulance en de hem bekende
grenswachter Chaim Protzke is erbij betrokken. Door goed handelen van Bram
overleeft hij de aanslag. Voor de officiële instanties is er een raketaanval
van Arabische terroristen geweest, maar wanneer Chaim hersteld is, laat hij
merken dat er sprake is van een zelfmoordaanslag van iemand die een joods
Y-chromosoom had. Dat willen de autoriteiten niet bekend maken, want dat zou
betekenen dat een van joodse ouders afkomstige terrorist het beveiligingssysteem
kan kraken.
Toch
krijgt hij later de opdracht van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (via het
hoofd Balin) om de antecedenten van vier namen na te trekken via de databanken
die Ikki en Bram bezitten. Ze komen er dan achter dat de aanslagpleger de kleinzoon
is van de man die ooit samen heeft gewerkt met de vader van Bram. Die had met
een heel team de Nobelprijs gekregen maar waarschijnlijk is er sprake van een
soort jaloezie onder één van de teamleden van oorspronkelijk Arabische afkomst.
Die radicaliseert en is waarschijnlijk de boosdoener achter de kidnappingen van
twee kleinzoons van andere leden van het team. De twee kleinzonen zijn toen in
het zelfde jaar 2008 kort na elkaar verdwenen. Dat is teveel toeval ook voor de
Geheime Dienst. Balin verwacht dat de gekidnapte jongetjes een soort
hersenspoeling hebben ondergaan en in een terroristenstaat als Kazachstan
worden opgeleid om aanslagen te plegen. Ze bezitten immers een joods
Y-chromosoom.
Tel
Aviv, 5 dagen later, april 2024
Bram
ontmoet Balin die de theorie van de verdwenen jongens wel kan onderschrijven en
nu moet Bram voor de Dienst naar Kazachstan om te kijken of hij zijn zoon kan
achterhalen. Wanneer ze hem opsporen kan hij belangrijke informatie over de
Arabieren verstrekken.
De
Stad van het Kalifaat; zes maanden later, oktober 2024
Via
China is het Bram Mannheim gelukt om een visum voor Kazachstan te verkrijgen.
Hij doet zich voor als een afvallige die zich tot de islam heeft bekeerd. In
een museum in de Stad van het Kalifaat, hoort hij dat er een groepje
geadopteerde jongens onder strenge omstandigheden is opgeleid om aanslagen te
plagen. Hij heeft een foto van de aanslagpleger in Jaffa en die wordt herkend
op een oude foto. Zijn eigen zoon zou onder de naam Thaqib voortleven. Hij
krijgt die informatie los van de bewaker van het museum. Dan wil Bram weer zo
snel mogelijk weg en hij krijgt dan toestemming om Kazachstan weer te verlaten.
Hij heeft het recht op terugkeer, weten te verkrijgen.
Epiloog:
Amsterdam, januari 2025
Thaqib
(eigenlijk dus Bennie) woont in Amsterdam: hij werkt in een winkel en hij
bereidt een aanslag voor. De nog altijd met getallen bezig zijnde Bram denkt
dat hij een aanslag zal plegen op 29 januari 2025. Dan begint namelijk het
Chinese jaar van de slang en Bennie was altijd bezeten van slangen (de grote
wormen – Amerikaanse situatie). Bram ontmoet een lid van de Geheime Dienst.
Deze geeft hem aan waar Thaqib werkt. Bram gaat naar deze winkel en de zoon
herkent de vader. Wanneer Bennie achter hem aanloopt en hem vraagt wie hij is,
noemt hij de schuilnaam van Bennie uit Tel Aviv: Einneb Miennam. Dat is ook het
signaal voor de leden van de Geheime Dienst om Bennie op te pakken. Bram heeft
er vrede mee en hij verwacht dat Bennie ooit gedeprogrammeerd weer bij hem zal
terugkeren.
Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/66564
Ik heb deze samenvatting van internet gehaald en enkele dingen aangepast, om zo het verhaal duidelijker te maken.
Mijn mening
Het recht op terugkeer is naar mijn mening een erg mooi geschreven boek. Het was makkelijk om me in te leven in Bram, de hoofdpersoon. Dit zorgde ervoor dat ik steeds benieuwd was naar wat voor wending het verhaal zou nemen. Het grote vraagstuk van dit boek is natuurlijk hoe en waarom het zoontje Bennie is verdwenen. Wanneer Bram tot de conclusie komt dat het door de aannemer O' Connor zijn zoontje heeft vermoord, wat overigens een vrij aannemelijke conclusie lijkt aangezien deze man een pedofiel blijkt te zijn. Als Bram dan wraak neemt op O' Connor door hem te vermoorden, denk je dat het mysterie is opgelost. Maar het verhaal neemt dan toch een hele onverwachte wending. Dat Bennie zou zijn gestolen door de Arabieren, was een optie die zeker nooit bij me zou zijn opgekomen.
Het mooiste moment in dit boek vond ik het moment waarop Bram zijn zoon Bennie ontmoet, voor het eerst in jaren, in een supermarkt in Nederland. Het feit dat Bennie Bram toch nog herkent, vond ik erg mooi. Alleen is het wat jammer dat je niet te weten komt wat er daarna met Bennie gebeurt. Het is onduidelijk of Bram en Bennie wel echt zullen worden herenigd.
Ondanks dat het verhaal zich gedeeltelijk afspeelt in de toekomst, in 2024 namelijk, kwam het op mij erg realistisch over. Ik denk best dat de wereld en onze samenleving er over een aantal jaren zo uit kunnen zien zoals in het boek beschreven.
Het recht op terugkeer is een vrij complex boek. Er lopen meerdere verhaallijnen door elkaar, en het is niet logisch-chronologisch verteld. Niet alleen zijn er grote tijdsprongen, Bram heeft ook veel flashbacks. Gedurende die momenten moest ik even goed terugdenken aan wat er was gebeurd, voordat ik het verhaal weer helemaal goed kon volgen.
De periode waarin Bram met zijn getallengekte door de Verenigde Staten zwerft, is heel verwarrend: in het begin snapte ik niet waar die getallen die hij steeds gebruikte, vandaan kwamen. Het bleken dus de getallen te zijn van de datum en het tijdstip waarop Bennie was verdwenen.
Toch, ondanks de complexiteit en het puzzelwerk dat erin zat, vond ik het een goed boek. Het feit dat bijna alles wat in het begin onlogisch en willekeurig leek, uiteindelijk perfect in elkaar bleek te passen, is het leuke aan dit boek.
Opdracht Ander eind van het boek
Het boek eindigt met Bram die naar Kazachstan gaat en er daar achter komt dat zijn zoon, samen met de kleinzoon van iemand die in Hartogs team werkte, door een Arabische extremist is ontvoerd en is opgeleid om aanslagen te plegen. Nadat Bram dit te weten is gekomen gaat hij snel terug naar Tel Aviv en daar komt Balin van de Binnenlandse Veiligheidsdienst erachter dat Bennie leeft en dat hij in Amsterdam zijn kans afwacht om een aanslag te plegen. Bram gaat hem opzoeken in de supermarkt waar Bennie werkt. Bram loopt onopvallend langs hem en ze hebben een seconde oogcontact voordat Bram weer verder loopt. Als Bram de winkel uit is komt Bennie achter hem aan en vraagt hem zijn naam. Bram antwoordt: 'Einneb Mienam' (Bennies oude schuilnaam). Bennie is verbijsterd. Maar op dat moment wordt Bennie door de Binnenlandse Veiligheidsdienst opgepakt voor ondervragingen over de Arabieren.
Ik vond dit einde heel onverwacht. Ik had me er al bij neergelegd, net als Bram, dat Bennie door O' Connor was vermoord. Toen dan toch bleek dat dit niet zo was, had ik nooit kunnen verzinnen hoe het dan zou eindigen. Het is zeker een origineel einde, maar ook wel erg verwarrend. Mooi is wel dat dit einde aansluit op andere ogenschijnlijk onbeduidende gebeurtenissen die zich in de loop van het verhaal hebben voorgedaan.
Ik zou geen ander einde hebben gemaakt, ik denk niet eens dat ik dit einde had kunnen bedenken als ik het boek zelf had geschreven… Het had echter ook op vele andere manieren kunnen aflopen. Bijvoorbeeld dat Bennie echt door O' Connor was vermoord. In dit geval zou Bram misschien problemen krijgen omdat hij O' Connor zelf heeft vermoord om wraak te nemen. Dit zou ook een interessant vervolg zijn geweest.
Een andere optie is dat Bram er te laat achter komt dat Bennie is opgeleid tot zelfmoordterrorist, en dat Bram al ergens zelfmoord heeft gepleegd, zonder dat Bram op enige manier afscheid van hem heeft kunnen nemen. Een variatie hierop is dat Bram Bennie wel opzoekt in de supermarkt in Amsterdam, maar dat Bennie hem niet herkent en/of niet gelooft. Bennie zou dan misschien gewoon doorgaan met zijn geplande aanslag, zodat noch Bram, noch de Israëlische Veiligheidsdienst hem tegen zou kunne houden.
Amsterdam
Januari 2025
Nadat Bram die ochtend op het vliegveld van Nederland was aangekomen en zich bij het hotel had ingeschreven, wandelde hij langs zijn oude huis in Amsterdam. Hij had hier immers ooit zelf ook gewoond, en nu verbleef zijn zoon hier. Niet wetend waar en voor hoe lang zijn zoon zich in Amsterdam bevond, liep Bram in gedachten verzonken langs de grachten. Hij vermeed zijn oude huis, de herinneringen aan zijn gestorven moeder en zijn bejaarde vader kon hij niet aan.
Hij was er net achter gekomen dat Max Ronek, die grote Rus met wie hij die fatale dag van de aanslag op de grenspost in Jaffa de ambulance had bestuurd, zijn contactpersoon zou zijn met Balin van de Israëlische Veiligheidsdienst. Dit was een heel klein lichtpuntje in de duisternis. Want het was donker, donker in zijn hart, terwijl hij angstvallig wachtte op de hereniging met zijn vermiste zoon. Het was als het wachten op zonsopgang, maar zonder de zekerheid dat die er was en uiteindelijk wel zou komen.
Eerder die dag, bij zijn ontmoeting met Max, had Max hem een papier overhandigd. Het was een kleurrijke flyer, met afbeeldingen van Chinese karakters en een draakachtige slang erop. Het was een flyer voor de viering van het Chinese jaar van de slang. Er zou een groot vuurwerkspektakel zijn boven het IJ. En de datum? De datum was 28 januari, van 22.00 tot 23.00 uur. Toen Bram dit had gezien, had hij vrijwel onmiddellijk zijn conclusies getrokken: als Bennie iets van plan was, zou hij het dan doen. Zonder twijfel had Bram dit geweten, het was onvermijdelijk. Het jaar van de slang. Bennie had immers toen hij vier was in hun huis in Princeton grote slangen gezien op hun zolder, maar toen Bram keek, zag hij geen slangen of iets wat er ook maar op leek. En dan was er nog de datum, de achtentwintigste. Bram had zich op dat moment afgevraagd of hij weer gek zou worden, maar hij wist het zeker: op de achtentwintigste, om tweeëntwintig uur achtentwintig, daar zou het plaatsvinden.
Het was al grijs en druilerig buiten toen Bram wakker werd op de grote dag. Vandaag zou hij zijn zoon zien. Eerder waren Bram en Max al langs de supermarkt gereden waar Bennie werkte. Hij liep met hoop in zijn hart richting de kleine Turkse supermarkt en zonder de aandacht op zich te vestigde betrad hij de winkel. Van waar hij binnen kwam, zag hij drie mensen. Na een onopvallende inspectie concludeerde Bram dat zijn zoon er niet bij was. Dus pakte hij een boodschappenmandje en begon langs de schappen te lopen terwijl hij probeerde rustig en kalm te blijven. Als Bennie hem zou volgen, als Bennie zich überhaupt in de winkel bevond, zou de Veiligheidsdienst hem meenemen, wie weet waarheen. Bram hield zich voor dat dit anders was dan de vorige keer dat Bennie van hem was afgepakt, uiteindelijk zou Bennie weer normaal zijn. Geen krankzinnige zelfmoordterrorist.
Aandachtig bekeek Bram de appels, en legde er uiteindelijk vier in zijn mandje. Toen hij zich omdraaide, zag hij tussen twee rekken met waren iemand de schappen vullen. Ook al zag hij slechts een rug, Bram wist dat dat zijn zoon was. O hij had nog zo'n spijt van die noodlottige dag. Waarom had dat destijds precies bij hem moeten gebeuren?
Maar nu hij zijn zoon zag, verdwenen de gevoelens van spijt even, en er kwam hoop voor in de plaats. Liefste zoon, Bennie, kijk naar me. Dacht Bram wanhopig. Bennie, kijk om en herken me, ik smeek je mijn zoon!
Natuurlijk kon hij zijn verlangens niet uitspreken. Hij bleef nog even met bonkend hart staan, en op dat moment draaide Bennie, Bram was ervan overtuigd dat het hem was, zich om. Brams hart stond bijna stil. Het was Bennie, maar met het gezicht van zijn vader Hartog, het was alsof de genen gewoon een generatie hadden overgeslagen. Daar zat hij, jong en vitaal. Hij had zijn zoon eindelijk gevonden. Bram moest zichzelf in gedachten aansporen om door te lopen. Eerst de ene voet, vervolgens de andere.
Bram wist dat Bennie had omgekeken, maar hij twijfelde of Bennie hem had herkend. Had hij het gezicht van een oude bekende gezien, of was Bram voor hem gewoon een vreemde die toevallig even een blik met hem had gewisseld.
Toen Bram buiten stond, keek hij nog een keer om naar de winkel en liep toen langzaam over de stoep in de richting van de auto waarin Max om hem wachtte. Hopend, smekend, dat Bennie achter hem aan zou komen.
Amsterdam
28 januari
Er hadden zich al veel mensen verzameld bij het IJ. Allemaal waren ze vrolijk en vol verwachting werd er uitgekeken naar het grootse vuurwerkspektakel dat over achtentwintig minuten zou plaatsvinden. Temidden van de feestvreugde stond Bram. Hij voelde zich alleen en verslagen. Zijn zoon zou zich zometeen, temidden van al deze onschuldige mensen waarschijnlijk opblazen. Verslagen. Hij had zich erbij neergelegd. Balin had aan Bram gezegd dat de Dienst er alles aan zou doen om het te voorkomen. Bram had echter geen vertrouwen meer, geen vertrouwen in de Dienst, zichzelf en al helemaal geen vertrouwen meer in het leven. Dus stond hij te wachten tot het achtentwintig over tien zou zijn. Op dat moment zou Bram er vanzelf achterkomen of het Balin was gelukt zijn zoon te grijpen. Misschien zou hij er wel helemaal niets van merken.
De vuurwerkshow begon, het was adembenemend, dat moest zelfs Bram toegeven. Maar angstvallig wachtte hij totdat de wijzers van zijn horloge zich naar het ongelukkige tijdstip hadden getikt. Het moment was daar, de vuurwerkshow had een hoogtepunt bereikt. Prachtige groene, rode en roze lichtflitsen spetterden door de lucht.
Op het moment dat de wijzers aangaven dat het tijd was, werd het vuurwerk overstemd door een nog luidere explosie. De nachtelijke hemel, die eerst werd gesierd door gekleurde lichtspetters, werd verlicht door een grote flits. Dat was het moment waarop de mensen die verder weg stonden begonnen te gillen. Dat was het moment waarop Bram eindelijk, na vele jaren, voelde dat hij met zijn zoon werd herenigd.
Ik vond dit einde heel onverwacht. Ik had me er al bij neergelegd, net als Bram, dat Bennie door O' Connor was vermoord. Toen dan toch bleek dat dit niet zo was, had ik nooit kunnen verzinnen hoe het dan zou eindigen. Het is zeker een origineel einde, maar ook wel erg verwarrend. Mooi is wel dat dit einde aansluit op andere ogenschijnlijk onbeduidende gebeurtenissen die zich in de loop van het verhaal hebben voorgedaan.
Ik zou geen ander einde hebben gemaakt, ik denk niet eens dat ik dit einde had kunnen bedenken als ik het boek zelf had geschreven… Het had echter ook op vele andere manieren kunnen aflopen. Bijvoorbeeld dat Bennie echt door O' Connor was vermoord. In dit geval zou Bram misschien problemen krijgen omdat hij O' Connor zelf heeft vermoord om wraak te nemen. Dit zou ook een interessant vervolg zijn geweest.
Een andere optie is dat Bram er te laat achter komt dat Bennie is opgeleid tot zelfmoordterrorist, en dat Bram al ergens zelfmoord heeft gepleegd, zonder dat Bram op enige manier afscheid van hem heeft kunnen nemen. Een variatie hierop is dat Bram Bennie wel opzoekt in de supermarkt in Amsterdam, maar dat Bennie hem niet herkent en/of niet gelooft. Bennie zou dan misschien gewoon doorgaan met zijn geplande aanslag, zodat noch Bram, noch de Israëlische Veiligheidsdienst hem tegen zou kunne houden.
Amsterdam
Januari 2025
Nadat Bram die ochtend op het vliegveld van Nederland was aangekomen en zich bij het hotel had ingeschreven, wandelde hij langs zijn oude huis in Amsterdam. Hij had hier immers ooit zelf ook gewoond, en nu verbleef zijn zoon hier. Niet wetend waar en voor hoe lang zijn zoon zich in Amsterdam bevond, liep Bram in gedachten verzonken langs de grachten. Hij vermeed zijn oude huis, de herinneringen aan zijn gestorven moeder en zijn bejaarde vader kon hij niet aan.
Hij was er net achter gekomen dat Max Ronek, die grote Rus met wie hij die fatale dag van de aanslag op de grenspost in Jaffa de ambulance had bestuurd, zijn contactpersoon zou zijn met Balin van de Israëlische Veiligheidsdienst. Dit was een heel klein lichtpuntje in de duisternis. Want het was donker, donker in zijn hart, terwijl hij angstvallig wachtte op de hereniging met zijn vermiste zoon. Het was als het wachten op zonsopgang, maar zonder de zekerheid dat die er was en uiteindelijk wel zou komen.
Eerder die dag, bij zijn ontmoeting met Max, had Max hem een papier overhandigd. Het was een kleurrijke flyer, met afbeeldingen van Chinese karakters en een draakachtige slang erop. Het was een flyer voor de viering van het Chinese jaar van de slang. Er zou een groot vuurwerkspektakel zijn boven het IJ. En de datum? De datum was 28 januari, van 22.00 tot 23.00 uur. Toen Bram dit had gezien, had hij vrijwel onmiddellijk zijn conclusies getrokken: als Bennie iets van plan was, zou hij het dan doen. Zonder twijfel had Bram dit geweten, het was onvermijdelijk. Het jaar van de slang. Bennie had immers toen hij vier was in hun huis in Princeton grote slangen gezien op hun zolder, maar toen Bram keek, zag hij geen slangen of iets wat er ook maar op leek. En dan was er nog de datum, de achtentwintigste. Bram had zich op dat moment afgevraagd of hij weer gek zou worden, maar hij wist het zeker: op de achtentwintigste, om tweeëntwintig uur achtentwintig, daar zou het plaatsvinden.
Het was al grijs en druilerig buiten toen Bram wakker werd op de grote dag. Vandaag zou hij zijn zoon zien. Eerder waren Bram en Max al langs de supermarkt gereden waar Bennie werkte. Hij liep met hoop in zijn hart richting de kleine Turkse supermarkt en zonder de aandacht op zich te vestigde betrad hij de winkel. Van waar hij binnen kwam, zag hij drie mensen. Na een onopvallende inspectie concludeerde Bram dat zijn zoon er niet bij was. Dus pakte hij een boodschappenmandje en begon langs de schappen te lopen terwijl hij probeerde rustig en kalm te blijven. Als Bennie hem zou volgen, als Bennie zich überhaupt in de winkel bevond, zou de Veiligheidsdienst hem meenemen, wie weet waarheen. Bram hield zich voor dat dit anders was dan de vorige keer dat Bennie van hem was afgepakt, uiteindelijk zou Bennie weer normaal zijn. Geen krankzinnige zelfmoordterrorist.
Aandachtig bekeek Bram de appels, en legde er uiteindelijk vier in zijn mandje. Toen hij zich omdraaide, zag hij tussen twee rekken met waren iemand de schappen vullen. Ook al zag hij slechts een rug, Bram wist dat dat zijn zoon was. O hij had nog zo'n spijt van die noodlottige dag. Waarom had dat destijds precies bij hem moeten gebeuren?
Maar nu hij zijn zoon zag, verdwenen de gevoelens van spijt even, en er kwam hoop voor in de plaats. Liefste zoon, Bennie, kijk naar me. Dacht Bram wanhopig. Bennie, kijk om en herken me, ik smeek je mijn zoon!
Natuurlijk kon hij zijn verlangens niet uitspreken. Hij bleef nog even met bonkend hart staan, en op dat moment draaide Bennie, Bram was ervan overtuigd dat het hem was, zich om. Brams hart stond bijna stil. Het was Bennie, maar met het gezicht van zijn vader Hartog, het was alsof de genen gewoon een generatie hadden overgeslagen. Daar zat hij, jong en vitaal. Hij had zijn zoon eindelijk gevonden. Bram moest zichzelf in gedachten aansporen om door te lopen. Eerst de ene voet, vervolgens de andere.
Bram wist dat Bennie had omgekeken, maar hij twijfelde of Bennie hem had herkend. Had hij het gezicht van een oude bekende gezien, of was Bram voor hem gewoon een vreemde die toevallig even een blik met hem had gewisseld.
Toen Bram buiten stond, keek hij nog een keer om naar de winkel en liep toen langzaam over de stoep in de richting van de auto waarin Max om hem wachtte. Hopend, smekend, dat Bennie achter hem aan zou komen.
Amsterdam
28 januari
Er hadden zich al veel mensen verzameld bij het IJ. Allemaal waren ze vrolijk en vol verwachting werd er uitgekeken naar het grootse vuurwerkspektakel dat over achtentwintig minuten zou plaatsvinden. Temidden van de feestvreugde stond Bram. Hij voelde zich alleen en verslagen. Zijn zoon zou zich zometeen, temidden van al deze onschuldige mensen waarschijnlijk opblazen. Verslagen. Hij had zich erbij neergelegd. Balin had aan Bram gezegd dat de Dienst er alles aan zou doen om het te voorkomen. Bram had echter geen vertrouwen meer, geen vertrouwen in de Dienst, zichzelf en al helemaal geen vertrouwen meer in het leven. Dus stond hij te wachten tot het achtentwintig over tien zou zijn. Op dat moment zou Bram er vanzelf achterkomen of het Balin was gelukt zijn zoon te grijpen. Misschien zou hij er wel helemaal niets van merken.
De vuurwerkshow begon, het was adembenemend, dat moest zelfs Bram toegeven. Maar angstvallig wachtte hij totdat de wijzers van zijn horloge zich naar het ongelukkige tijdstip hadden getikt. Het moment was daar, de vuurwerkshow had een hoogtepunt bereikt. Prachtige groene, rode en roze lichtflitsen spetterden door de lucht.
Op het moment dat de wijzers aangaven dat het tijd was, werd het vuurwerk overstemd door een nog luidere explosie. De nachtelijke hemel, die eerst werd gesierd door gekleurde lichtspetters, werd verlicht door een grote flits. Dat was het moment waarop de mensen die verder weg stonden begonnen te gillen. Dat was het moment waarop Bram eindelijk, na vele jaren, voelde dat hij met zijn zoon werd herenigd.